Framen dat doe je zo!

“U draait en u bent niet eerlijk”. Het is de polderversie van “framing” waarmee Balkende Wouter Bos in de hoek zette tijdens een verkiezingsdebat in 2006. Een truc die het CDA-team waarschijnlijk had afgekeken van team Bush; zij zetten twee jaar eerder een beeld neer van John Kerry die letterlijk met alle winden mee zou waaien.

Andere Nederlandse voorbeelden: “de kopvoddentaks”, “de hardwerkende Nederlander”, “graaiers” en de hypotheekrenteaftrek als “villasubsidie”.

Met de Amerikaanse Congres verkiezingen en Sinterklaasgedichten voor de deur, tijd om dit retorische fenomeen onder de loep te nemen. Wat is framing? En belangrijker, hoe kun je het zelf inzetten?

Waaraan moet framing voldoen?

Framing gaat over beeldvorming. Je probeert een emotionele lading te geven aan een onderwerp, en zo een positief of negatief gevoel bij mensen op te roepen.

· Een frame ‘plakt’. De associatie is niet zomaar tenietgedaan.

· Een frame werkt tussen de regels door. Mensen zijn zich vaak niet bewust van frames.

· Een frame creëert samenhang en betekenis. Het biedt als het ware een narratief (is verhalend).

De framing doe-het-zelf kit

Hoe je dit toepast? Houd deze drie zaken in de gaten.

1. Framing gebruikt klassieke rolverdelingen.

In zo’n beetje ieder verhaal zit de ‘dramatische driehoek’: een held, een schurk en een slachtoffer. Het schurken-frame wordt het meest gekozen. Maar sta je positief tegenover een onderwerp of persoon, positioneer die als slachtoffer of de held. Daar ligt de sympathie.

Hier trekt Wilders alle registers open en zet het kabinet neer als schurk, de hardwerkende Nederlander als slachtoffer en de PVV als reddende engel.

2. Vervul de rol van regisseur.

Bepaal je het frame, dan heb je de controle. Die controle houd je makkelijker, als je jouw frame weet te verpakken in de ideologische termen van je tegenstander. Zo pakte Asscher de regie succesvol over toen hij Rutte’s “uitgestoken hand” omboog naar “de hand in zakken van gewone Nederlanders, en te vinden onder het champagnedienblad op de Zuidas”.

Trump deed hetzelfde: hij eigende zich het frame “fake news” toe door de media te beschuldigen van datgene waar ze hem mee in verband brachten.

3. Don’t think of an elephant.

Word je gevraagd niet aan een olifant te denken, denk je direct aan een… Precies. Dus als iemand anders de regisseursrol al gepakt heeft en een negatief beeld van jou geschetst heeft, laat je dan nooit verleiden om in dat frame te stappen. Zoals bijvoorbeeld Richard Nixon deed tijdens zijn Watergate-verdediging, toen hij zei: “I am not a crook”. De woorden crook en Nixon waren daardoor voor altijd aan elkaar verbonden.

Ook Brett Kavanaugh ging iets te enthousiast op het orgel over zijn liefde voor bier, waarmee hij zijn frame als zuipschuit bevestigde.

Ben je geïntrigeerd geraakt en wil je meer leren over framen en andere speechwriting technieken, kijk dan eens naar onze training Speechwriting .