Interactie in je presentatie: een must!

Ik start deze nieuwsbrief met een opzienbarend feit uit de congreswereld: sprekers die interactie toevoegen aan hun presentatie scoren een punt hoger in de congresevaluatie dan collega sprekers die dat niet doen.

Wetenschappers ontrafelden de reden. Tijdens bijeenkomsten heeft je publiek twee behoeften die om voorrang vechten: de “need for connection” en de “need to be heard”.

Interactie slaat deze twee vliegen in één klap.

Belangrijke vraag als je gaat spreken is dus: wat kun je doen om je presentatie interactief te maken, zodat je publiek zich gehoord voelt en onderling verbonden?

Graag deel ik drie tips:

Tip 1: De klassieker: de vraag met handopsteken

Deze gaat vaak mis! Sprekers stellen de zaal een vraag en krijgen “de lege blik”.

Reden: de zaal is nog niet gecodeerd op handopsteken en beantwoordt de vraag braaf in hun hoofd. Hoe doe je het dan wel? Gebruik deze 7 stappen.

  1. Zet een stap richting je publiek.
  2. Zeg: ik heb een vraag aan jullie, die je kunt beantwoorden door je hand op te steken
  3. Steek op dat moment zelf je rechterhand op
  4. Stel een voor de bijeenkomst (relevante) vraag: “Wie van jullie kwam er met de trein vandaag?”.
  5. Zeg vervolgens: “Handen graag” en steek daarbij ook je eigen hand weer op.
  6. Maak een inschatting van het percentage handen.
  7. Geef dat aantal terug aan de zaal.

Vergeet stap 7 niet! De zaal gaf jou iets, geef ze iets terug. Jij hebt immers het totaaloverzicht op de zaal wat zij niet hebben.

De toevoeging “relevant” bij stap 4 is ook een belangrijke. Je publiek houdt niet van flutvragen. En, ga altijd voor een formulering waarbij je de meeste handen krijgt.

Tip 2: De gesloten vraag

Congres publiek is de laatste jaren steeds mondiger geworden.

Wat ik als dagvoorzitter vaak zie gebeuren is het volgende. Een spreker stelt een vraag aan iemand in het publiek en de persoon die de vraag beantwoordt grijpt de microfoon, steekt van wal en meandert oeverloos door.

Op dat moment ben jij ongewild de regie kwijt.

Oplossing: kies voor de volgende slimme formulering.

Ik heb een vraag voor jullie: “In één woord: hoe is het voor jou om vandaag de dag bij de NS te werken?”

Vervolgens wijs je zelf willekeurig een paar mensen in het publiek aan.

Waardoor iedereen denkt: “Ojee, zo meteen wijst hij mij aan, wat gaat mijn reactie zijn?!” Zo blijft de hele zaal actief betrokken bij je verhaal, want met een mond vol tanden staan, wil niemand.

Deze slimme methode wordt ook veel in het onderwijs toegepast.

Tip 3: De Opdracht

De beste methode om de needs for connection and to be heard toe te passen is met De Opdracht. Op een bepaald moment in je presentatie laat je het publiek in tweetallen een vraag beantwoorden.

Voorbeeld: in je presentatie heb je 3 ideeën uit de doeken gedaan om treinreizen weer plezierig te maken. Je geeft je publiek vervolgens de opdracht om in tweetallen samen om zoek te gaan naar een 4e manier. Daarvoor krijgen ze bijvoorbeeld 1,5 minuut. Vanaf het podium monitor je de zaal en na 90 seconden bedank je ze en wandel je het publiek in. Je vraagt vervolgens: “Zou jij kort jullie idee kunnen uitleggen?” Dit herhaal je drie keer. Je bedankt je publiek uitvoerig voor hun inbreng.

Het is een win-win. Zelf doe je er bruikbare tips door op en je publiek heeft het gevoel onderdeel van toekomstige oplossingen te zijn. Onlangs vroeg een spreker zijn publiek om de ideeën op te schrijven en in een doos bij de uitgang te gooien. Op die manier vang je alle input.

Het nadeel van een blog is natuurlijk dat je geen directe interactie aan kunt gaan.

Maar mocht je zelf sprekende voorbeelden hebben of ideeën voor een interactie tijdens een presentatie? Leuk om via deze weg te connecten en van je te horen!